Wanneer kies je X°CRYO™ als fysiotherapeut? Indicaties & protocollen
Wanneer kies je als fysiotherapeut voor X°CRYO™? Indicaties & protocollen
Korte samenvatting
Lokale cryotherapie met X°CRYO™ is een klinische versneller binnen MSK-, sport- en manuele therapie. De korte, gerichte koudeprikkel verlaagt pijn, spierspanning en irritatie, waardoor mobilisaties, excentrische oefeningen en functionele training beter worden verdragen. In deze blog ontdek je precies wanneer je cryo inzet, voor welke patiëntprofielen het bijzonder effectief is, hoe je protocollen opbouwt en wanneer cryo juist níet passend is. De protocollen zijn gebaseerd op doseerbare koudeprikkels met droge lucht en sluiten aan bij moderne, actieve revalidatie.
Intro: cryo werkt wanneer spanning, irritatie of pijn je behandeling tegenhoudt
Elke fysiotherapeut kent dit moment: je plan klopt, de patiënt wil meewerken, maar spanning, pijn of irritatie blokkeert de voortgang.
Voorbeelden die iedereen herkent:
een patellapees die teveel pijn doet om excentrisch te belasten
een schouder die capsulair strak blijft, ondanks mobilisaties
een TFL of piriformis die telkens in beschermingsreactie schiet
een artroseknie die mobiliseren te gevoelig maakt
een sporter die last heeft van DOMS of acute irritatie na belasting
In al deze situaties is het doel hetzelfde: een klinische drempel verlagen zodat je behandeling beter werkt.
Lokale cryotherapie is daarom geen “losse techniek”, maar een interventie die de effectiviteit van je actieve behandeling versterkt.
X°CRYO™ maakt dit praktisch, snel en consistent uitvoerbaar binnen het MSK-domein.
Wanneer kies je voor cryotherapie binnen fysiotherapie?
Hieronder vind je de belangrijkste klinische scenario’s waarin lokale cryo direct meerwaarde geeft.
1. Peesklachten (achilles, patella, supraspinatus, epicondyl)
Klinisch beslismoment:
De pees is te gevoelig om excentrisch te belasten of functioneel te trainen.
Typisch beeld:
een reactieve pees
verhoogde hyperalgesie
beschermingsspanning in de omliggende keten
bewegingsangst
Waarom cryo hier werkt
Een korte koudeprikkel:
verlaagt nociceptieve input
verhoogt pijndrempel
maakt excentrische belasting beter verdraagbaar
verbetert motorische controle
Niet inzetten bij:
acute ruptuur
zeer vroege postoperatieve fase
pezen die pijnvrij zijn (dan is cryo niet nodig)
2. Artroseklachten (knie, heup, AC-gewricht)
Klinisch beslismoment:
Mobilisaties, looptraining of squatvarianten worden beperkt door pijn en capsulaire irritatie.
Waarom cryo hier werkt
vermindert gewrichtsirritatie
vergroot ROM
verlaagt bewegingsangst
Niet inzetten bij:
ernstige koude-intolerantie
vasculaire problemen
3. Myofasciale spanning en tonusproblemen (TFL, piriformis, QL, paraspinaal)
Klinisch beslismoment:
Hardnekkige beschermingsreacties blokkeren mobiliteit of motorische activatie.
Waarom cryo hier werkt
verlaagt gamma-activiteit
vermindert spierspoelsensitiviteit
versnelt toegang tot doelgerichte manuele technieken
verbetert activatiepatronen (glute med/min, core)
Niet inzetten bij:
radiculaire klachten die kou verergeren
sensibiliteitsstoornissen
4. Fasciitis plantaris & voet-/enkelklachten
Klinisch beslismoment:
Puntpijn en belastingintolerantie vertragen opbouw.
Waarom cryo werkt
verlaagt lokale irritatie
maakt excentrisch trainen sneller haalbaar
combineert goed met manuele technieken
Niet inzetten bij:
actieve ontsteking of infectie
5. Sportgerelateerde klachten en DOMS
Klinisch beslismoment:
Sporters presteren minder door irritatie, spierspanning of DOMS.
Waarom cryo werkt
vermindert DOMS
verbetert bewegingscontrole
verlaagt lokale irritatie na intensieve belasting
Niet inzetten bij:
situaties waar warmte effectiever is (bijv. zeer stijve spier zonder pijncomponent)
6. Postoperatieve revalidatie (gevorderde fase)
Klinisch beslismoment:
Herstel wordt beperkt door restzwelling of gevoeligheid.
Waarom cryo werkt
verlaagt irritatie
maakt mobilisaties beter verdraagbaar
ondersteunt functionele training
Niet inzetten bij:
open wond
acute fase met instabiele respons
Welke patiëntprofielen reageren het beste?
patiënten met duidelijke pijnremming nodig voor progressie
hyperalgetische pezen
artrosepatiënten met bewegingsangst
sporters in intensieve belastingblokken
patiënten met hoge spiertonus
mensen die moeite hebben hun pijngrens op een veilige manier te benaderen
Minder geschikt voor:
✘ zeer diepe structuren die geen oppervlakkige prikkel nodig hebben
✘ patiënten met koude-intolerantie of vasculaire problemen
Protocollen per indicatie
Workflow: hoe bouw je een sessie optimaal op?
Start met cryo
Verlaag spanning, pijn en irritatie → open de behandelwindow.Ga direct over op actieve interventies
Excentrisch, mobilisaties, stabiliteit, functieoefeningen.Herhaal cryo alleen indien nodig
1–2 minuten extra voor tweede belastingblock.Werk reproduceerbaar
Zelfde tijd, applicator, afstand.
(De temperatuursensor helpt hierbij zonder te klinisch over te komen.)Sluit af met een functionele oefening
Laat de patiënt “het verschil” voelen.
Wat cryo níet doet (belangrijk voor juiste verwachtingen)
Cryo herstelt geen peesweefsel.
Cryo vervangt geen progressieve belasting.
Cryo is geen “passieve behandeling”.
Cryo is geen vervanging voor manuele therapie.
Cryo is geen oplossing voor diepe spierpathologie.
Cryo maakt jouw behandeling effectiever, het vervangt deze niet.
Samenvatting
Cryo is ideaal wanneer pijn, spanning of irritatie je sessie blokkeert.
Pezen, artrose, fascia, sporters en postoperatiepatiënten reageren het best.
Het werkt binnen 1–3 minuten en maakt directe actieve interventie mogelijk.
De protocollen zijn eenvoudig, flexibel en klinisch toepasbaar.
Cryo is een versneller van je behandeling, geen vervanger ervan.
Volgende stap
Wil je ervaren hoe cryo in jouw praktijk werkt?
Plan een demo in de showroom in Amstelveen
Vraag de X°CRYO™-protocollen als PDF aan
Stel je klinische vragen via WhatsApp
FAQ (volledig herschreven, klinisch en relevant)
1. Wanneer is cryotherapie niet de beste keuze?
Bij diepe spierpathologie, acute rupturen, infecties, vasculaire stoornissen of patiënten met sterke koude-intolerantie. Ook niet gebruiken wanneer kou de pijnreactie verergert.
2. Hoe combineer ik cryo met shockwave, fricties of dry needling?
Cryo werkt het best vóór excentrische belasting en vóór mobilisaties. Bij shockwave: cryo na shockwave vermijden (koelt te veel af). Bij DN werkt cryo ideaal vooraf om spanning te verlagen.
3. Hoe diep koelt X°CRYO™?
Cryo richt zich op oppervlakkige structuren (huid, subcutis, peesaanhechtingen). Dit voorkomt prestatieverlies en is perfect voor pezen en fascia.
4. Hoe vaak per week zet ik cryo in?
Peesklachten: 1–2× per week als voorbereiding op belasting.
Artrose: per sessie afhankelijk van irritatie.
Sporters: rond intensieve trainingen of na zware wedstrijden.
5. Welke applicator gebruik ik wanneer?
Nozzle: kleine regio’s (peesaanhechtingen)
Cup: grotere oppervlakken (knie, schouder, quadriceps)
Massage ball: myofasciaal werk
Foot applicator: plantaire fascie, achilles
6. Hoe voorkom ik overkoeling?
Door vaste tijd, afstand en applicator te gebruiken. De temperatuursensor helpt de stimulus consistent te houden.
7. Is cryo een vervanging voor behandeling?
Nee. Cryo is een klinische versneller die actieve behandeling effectiever maakt.